top of page

Transitieverhaal #5

Bedding scheppen: transitie betekent persoonlijke ontwikkeling

"Ik geef ruimte aan de emergente kant van systeemdenken: aanvoelen waar het naartoe beweegt."

Marijke van den Hoogen

Manager duurzame ontwikkeling bij Heineken Nederland Supply

Marijke van den Hoogen loopt voorop in het voorleven van verbinder zijn. Verbinden van de rationele en intuïtieve kant van transities en verbinden van verschillen tussen deelnemers aan transities.

Hoe ben je in aanraking gekomen met Transitiecoaching?

Door een combinatie van factoren heb ik kennis gemaakt met Transitiecoaching: zowel in mijn werk als Manager Duurzame Ontwikkeling als door het volgen van de leergang Teamcoaching. Door de laatste realiseerde ik me nog meer hoe belangrijk het is om juist in het werken over organisatie grenzen heen expliciet aandacht te geven aan het effectief samenwerken met bevlogen individuen uit andere organisaties en –culturen aan complexe opgaven. Naast de inhoudelijke kant van transities houd ik me bezig met het ontwerp en begeleiding van het proces, een basis waarin we gezamenlijk de transitie kunnen vormgeven vanuit openheid en vertrouwen. Ik vergelijk het ook wel met het inrichten van een basiskamp, waarvandaan we de top van een berg gaan beklimmen. Het begint voor mij met een bedding bieden waarin een open respectvol gesprek mogelijk is, ruimte is voor alle diversiteit in de groep en van daaruit de verkenning van oplossingsmogelijkheden. Voor een deel kun je bij de start van een transitie dit proces ontwerpen, d.w.z. een eerste richting wijzen, een groep in beweging brengen. Essentieel is echter dat je met elkaar op reis gaat, omdat een groep altijd meer weet dan de afzonderlijke individuen.

Op welke manier is jouw gedrag veranderd sinds je met de transities bezig bent?

Ik zet vragen in als instrument. Goede vragen hebben een kracht om zaken in beweging te zetten. Ik ben veel zorgvuldiger geworden in het stellen van vragen en ik ben me bewuster van de impact van open vragen, vragen waar geen oordeel in zit.  Door bijvoorbeeld te vragen: ´Ik begrijp het niet, kun je uitleggen hoe jij het ziet?’ bereik ik mensen weer die geneigd waren af te haken. Daarnaast heb ik geleerd dat ik de kar niet alleen moet trekken. Dat was mijn neiging: goede voorbereiding, obstakels opruimen. Als ik zelf te hard ga werken, dan help ik daar de groep niet mee. Ik vraag me nu vaker af: ‘Wat dient de groep?’

Wat is het effect van jouw veranderde gedrag?

Het levert allereerst mezelf veel plezier en betekenisvolle gesprekken op. En steeds weer nieuwe stappen in mijn persoonlijke ontwikkeling. Ik vond het altijd al leuk om te kijken hoe ik een groep in beweging kon krijgen, nu kan ik dat veel explicieter en met meer impact doen. Ik leer steeds beter patronen te zien, doordat ik reflecteer op vragen als: wat gebeurt hier eigenlijk, welk patroon neem ik waar, hoe kan ik dit respectvol terug geven? Dat benoemen, dat open bespreekbaar maken is de basis bij mezelf, bij de ander en om überhaupt te kunnen veranderen.

Wat ben je anders gaan doen door meer met transities bezig te zijn?

Tot voor kort kende ik aan de inhoudelijke, rationele kant van transities (systeemanalyse, een aansprekend toekomstperspectief) meer waarde toe dan aan de meer intuïtieve kant (het creëren van de bedding). Aandacht voor een bedding waarin we kunnen luisteren naar elkaar, waarin de kracht van diversiteit wordt benut en vertrouwen kan ontstaan, heeft terdege waarde. Zowel de rationele als de intuïtieve kant van transities zijn nodig en ze zijn gelijkwaardig. Ik heb ontdekt dat het èn/èn is en niet òf/òf.

Ik ben me door dit werk veel meer bewust geworden van de verbindingen en daarmee wederzijdse afhankelijkheden die er zijn. Dat komt voor mij in twee zaken tot uiting:

  • enerzijds voel ik me als persoon verbonden en onderdeel van de geschiedenis van deze planeet en van de mensheid. Dat klinkt heel groots en voelt heel nietig. In mijn overtuiging kunnen we maar één richting op bewegen als we willen overleven op deze planeet en met elkaar. Die richting, die onderstroom, is voelbaar ook al zijn er nog veel tegenkrachten op dit moment. Ik ben me in dit werk veel meer gaan afstemmen op de energie van de onderstroom. Dat doe ik ook in de groep. Ik heb aandacht voor blokkades. Bijvoorbeeld als ik merk dat mensen langs elkaar heen praten benoem ik dat en bevraag hen: wat hoor jij nu die ander zeggen? Dat zijn soms kantelmomenten in een overleg. Pas als mensen elkaar weer vinden gaat de energie weer stromen in een overleg en wordt deze gebruikt t.b.v. de gezamenlijke ambitie.

  • anderzijds zorg ik als transitiecoach voor verbinding. Het blijft een kunst om te ontdekken wat we met elkaar als groep samen kunnen doen, zeker in opgaven die individuele organisatiebelangen overstijgen. Ik geloof in de kracht van samen. Daartoe blijf ik mensen uitnodigen om met elkaar te onderzoeken. Mocht iemand concluderen: ik heb niks bij te dragen, dan verlaat die persoon de groep en dat is goed. Een goed transitieteam kan je in een ultieme vorm vergelijken met een zwerm dieren: verbonden, anticiperend op elkaar waardoor ze ook in nodige koersveranderingen opereren alsof het één entiteit is. Iedereen kent waarschijnlijk het krachtige beeld van een zwerm spreeuwen, voor mij is dat een indrukwekkend beeld.

Wat heb je vooral geleerd over transities?

Ik hoef het niet alleen te doen en ik hoef niet het hele pad te weten. Met een transitie opereren we vaak in onbekend gebied, niemand weet precies hoe de weg eruit ziet. Dat betekent dat er zeker in de beginfase geen uitgebreid plan van aanpak ligt. Dat roept ook veel ongemak op bij iedereen die gewend is te werken vanuit regulier projectmanagement. Bij een transitie bouw je met elkaar stap voor stap, zoek je de best passende route en kies je gezamenlijk welke afslag je neemt. Ik merk zelf ook regelmatig dat ik iets al bedacht had, dat ik dat weer los moet laten als er uit de groep iets anders komt. Het vraagt van mij als begeleider flexibiliteit, reflecteren en vertrouwen in de groep. Ik moet steeds vertrouwen op dat hetgeen er nu gebeurt, dat dat precies het juiste is, ook al lijkt dat soms niet zo. Het is keer op keer ongelofelijk te merken wat er gebeurt als je met een groep gaat samenwerken aan een gezamenlijk ambitie. Zo’n ambitie bundelt energie en wijsheid van meer mensen. In dat opzicht is de taak van een transitiecoach ook eenvoudig, een stap zetten op weg naar een volgende bijeenkomst, met daarin de uitnodiging om te luisteren, in te brengen en tot actie te komen.

Hoe gebruik je systeemdenken in je werk?

Aanvankelijk lag mijn focus op de inhoudelijke kant van systeemdenken. Zo ben ik ook opgeleid. Nu geef ik meer ruimte aan de emergente kant van systeemdenken. Dat is een soort aanvoelen van wat nog onzichtbaar is, waar het naartoe beweegt, zonder dat ik er woorden aan kan geven. Dat ervoer ik als zeer oncomfortabel. Ik heb geleerd erop te vertrouwen dat het goed komt, dat ik op het juiste moment er meer woorden, aan kan geven. In gesprekken met anderen wordt het ook voor mezelf steeds helderder.

Wat zijn je ervaringen met transformationeel leren in teams?

Als mensen aan een transitie gaan meedoen, stappen ze natuurlijk in een inhoudelijk uitdagend en interessant proces. Het is de vraag in hoeverre mensen die op een inhoud instappen zich bewust zijn dat ze geen project doen, maar een transitie die ook iets vraagt van hun persoonlijke ontwikkeling.

Transformationeel leren gaat voor mij verder dan teamcoaching. Het uitdagende aan transformationeel leren tijdens een transitie traject is dat ik zelf leer, met de groep leer en tegelijkertijd ook de groep uitnodig en begeleid om te leren. Het is voor mij met name voorleven, d.w.z. laten zien dat ik ook zelf eigenaarschap voor het leren neem. Dat betekent kwetsbaar opstellen en ook verantwoordelijkheid nemen. Ik heb gemerkt dat pioniers die met transities bezig zijn, vaak anders denken dan anderen. Ik kan niet van de ander verwachten dat hij/zij mee kan in mijn denklijn. Dat geeft mij ook een verantwoordelijkheid om de ander meer mee te nemen in het anders denken.

Wat vraagt het begeleiden van transities van jouw persoonlijke leiderschap?

Bij transities kent niemand de rechte weg naar voren. Bij de start is er impliciet een hoog gehalte van nog ‘niet-weten’. Die houding van ‘niet-weten’ is gedurende de hele transitie belangrijk en vraagt persoonlijk leiderschap om hierop te koersen. Met openheid, een oprechte nieuwsgierigheid, niet invullen voor een ander en ook opnieuw mijn eigen aannames loslaten. De intentie en oprechtheid hierin is voelbaar. Andersom is het ook meteen voelbaar als je teveel wilt sturen. Verder merk ik dat ik als transitiecoach maar een bepaalde hoeveelheid energie hebt. Als er ergens teveel energie lekt ben ik daar heel alert op, omdat dit ten koste gaat van werken aan het onderwerp dat ik zo belangrijk vind.

Wat zou je nog willen leren?

Helemaal zonder voorbereiding op weg gaan met een groep, met groot vertrouwen dat alles wat al in mijn rugzak zit meer dan voldoende is om precies dat te doen wat nodig is. Daarnaast realiseer ik me terdege dat ik met mijn collega aan de rand van het organisatiesysteem functioneer en ontwikkel. Op die plek zie ik het als mijn taak een manier te vinden hoe mijn organisatie kan meebewegen in wat de huidige tijd vraagt.  In de kern, aan de binnenkant van de organisatie zijn de processen heel strak georganiseerd, dat is (deels) nodig in een groot systeem. Hoe kan ik daar de basisprincipes die ik in de transities leer verder integreren en benutten? Dat is mijn vraag voor nu.

Wanneer denk je dat Transitiecoaching toegevoegde waarde heeft?

Als er iets vernieuwends nodig is. Als je weet dat je van A naar B moet, dan is het niet nodig. Als je in jouw organisatie iets gaat doen waarbij je afhankelijk bent, of in de toekomst afhankelijkheid gaat creëren, van andere partijen en waarbij niet meteen een eenduidige oplossing voorhanden is, kun je een transitie starten. Onderschat het niet, het betekent ook een vernieuwing en transitie in jezelf. Het vraagt werken op grensvlak van binnen en buiten, van het inhoudelijke en sociale systeem, van ratio en intuïtie. En de bereidheid hebben om te leren, om te vallen en op te staan, om het ‘niet weten’ te accepteren en vertrouwen weten te houden.

Wat zou het je opleveren om contact te hebben met andere Transitiecoaches?

Ik werk graag met iemand die me scherp houdt, waardoor ik leer. Ik zoek dus altijd een meester. Ik heb het geluk om te werken met goede meesters. Dat voelt nog vaak als individueel leren. Een transitie vraagt echter om collectief (en van daaruit ook individueel) te leren. Een balans van werken aan de realisatie van een opgave, van individueel en met een groep leren tijdens de transitie en het geleerde als begeleider zodanig en bruikbaar teruggeven aan een groter collectief, dat hoort voor mij ook bij duurzame ontwikkeling. Er is niet één manier die de beste is. Ik leer graag van de weg die jij gegaan bent.

bottom of page